![]() |
Afrikaanse dwergmuis | Huisvesting | Verzorging & hanteren | Voeding | Fokken
Afrikaanse dwergmuis (Mus minutoides)
Afrikaanse dwergmuizen zijn niet moeilijk om te houden. Het beste zijn ze te huisvesten in een aquarium (zie foto's) of faunabox. Omdat de diertjes erg snel en en springer zijn, is een verblijf die van bovenaf open gaat aan te bevelen. Ze zijn erg klein, dus het verblijf moet goed afsluitbaar zijn. Door een kiertje of gaatje, dat groter is dan een halve centimeter, kunnen de muisjes ontsnappen. Als bodembedekking wordt hooi, stro, kleine beukensnippers of zand gebruikt. In hooi maken ze met tunnels een heel gangenstelsel en zijn dan weinig te zien. Afrikaanse dwergmuizen leven voornamelijk op de grond, maar ze kunnen goed klimmen en springen. Wat takken in het verblijf, waar ze op kunnen klimmen, is dan ook wel aan te bevelen. De muisjes houden ook erg van knagen. Er wordt dan ook veel gebruik gemaakt van een stuk knaagsteen in de bak. Aangezien de diertjes uit Afrika komen, kunnen ze niet tegen kou. De diertjes zijn erg klein en het kost ze dan ook veel energie om op temperatuur te blijven. Als minimum temperatuur wordt 21ºC aanbevolen. Onze dieren zitten in de winter 's nachts bij 17ºC en doen het er prima bij. Ze hebben wel veel hooi tot hun beschikking om een lekker warm nest in te maken. Als nest gelegenheid kan het beste een kastje, huisje of schuildakje van natuurlijk materiaal worden gebruikt. Een pluk hooi in de hoeken voldoet ook. Door de snelle stofwisseling produceren de diertjes veel warmte en vocht. In kunststof schuilhutjes wordt het dan erg vochtig en daar kunnen de muisjes niet goed tegen! Afrikaanse dwergmuizen zijn vrij makkelijk in grote groepen te houden zolang er maar voldoende ruimte is. In een groot terrarium of aquarium kan een groep van rond de 10 dieren gehouden worden, als er maar meerdere nestgelegenheden, voer- en drinkplaatsen beschikbaar zijn. In een faunabox van 30x20x20 cm kan 1 triootje leven. De muisjes kunnen ook in mannen of vrouwen groepen gehouden worden. Dit werkt het best als ze al van jongs af aan al bij elkaar zitten. Nieuwe dieren introduceren gaat soms moeilijk. Het beste is, om alle nieuwe dieren tegelijk in een nieuw verblijf te plaatsen. Soms vallen er toch enkele slachtoffers, voordat de rangorde is vastgesteld. Het introduceren van een man in een bestaande vrouwengroep gaat meestal makkelijker dan een vrouw.
Afrikaanse dwergmuizen vragen niet veel verzorging. Op tijd het water en voer verversen is eigenlijk het belangrijkst. Bij het verversen van het voer is het wel belangrijk, dat de bakjes regelmatig worden afgewassen. De muisjes doen namelijk vaak hun behoefte in de voerbakjes. Het verschonen van het hok hoeft niet, zoals bij de meeste knaagdieren, elke week te gebeuren. Deze kleine muisjes maken niet veel vies, en stinken ook bijna niet. Afhankelijk van het aantal diertjes per verblijf, kan deze tot 1 keer in de maand verschoond worden. Het hanteren van deze diertjes is niet eenvoudig. Ze zijn erg klein, kwetsbaar en snel. Iemand die gewend is muizen te hanteren, kan ze bij de staart oppakken. Houdt er wel rekening mee, dat ze hard kunnen bijten. Laat ze dus niet van schrik los. Het beste kan de tijdelijke bak in of boven het verblijf worden gehouden bij het verplaatsen. Mocht een diertje toch vallen, komt hij in de bak terecht en niet op de grond. Mocht er een diertje toch in de kamer terecht komen, dan kan deze vrij gemakkelijk worden teruggevangen met een kunststof (levende) muizenval. Leg een stukje fruit in de val en plaats deze langs de muur.
Voor de niet zo ervaren mensen kunnen de dieren ook in een kokertje gevangen worden. Plaats het kokertje in het verblijf en probeer de muis er in te drijven. Sluit dan de openingen af met de handen en pak de koker op. Plaats de koker in het nieuwe verblijf en laat de muis weer vrij. Als de koker doorzichtig is, kan op die manier ook het geslacht bepaald worden.
Afrikaanse dwergmuisjes zijn voornamelijk zaad- en insecteneters. Omdat de muisjes zo klein zijn, is zaad voor tropische vogels het meest geschikte voedsel. De meeste zaadsoorten in dit mengsel komen uit Afrika en behoren tot het natuurlijke dieet van Afrikaanse dwergmuizen. Daarnaast moet hun dieet worden aangevuld met kleine insecten, zoals buffalowormen en kleine krekeltjes. Het is echter ook mogelijk om in plaats van insecten, universeelvoer voor vruchten- en insectenetende vogels te voeren of tropische visvoervlokken. Hier zitten namelijk ook de dierlijke eiwitten in, die deze muisjes nodig hebben. Het dieet kan verder worden aangevuld met af en toe een stukje vers fruit. Het water kan aangeboden worden in een drinkfles. Het beste is een klein flesje met kogeltje, zeker geen grote (in een klein flesje "drukt" het water niet zo hard op het kogeltje en kunnen ze het verplaatsen). Het water kan ook in een vogelfonteintje op een steen worden gezet. Omdat de dieren een zeer snelle stofwisseling hebben moeten ze altijd kunnen beschikken over water en voedsel!
Het fokken van Afrikaanse dwergmuisjes gaat vrijwel vanzelf. Belangrijk is een stabiele groep, goede voeding (vooral voldoende dierlijke eiwitten zijn van belang), geschikte nestgelegenheden en rust. Afrikaanse dwergmuizen krijgen minder grote worpen dan gewone muizen, zo'n 2 tot 4 jongen per nest (soms ook wel meer). De draagtijd (19 tot 21 dagen) en ontwikkeling van de jongen is ongeveer gelijk aan die van gewone muizen. Na 3 of 4 weken zijn ze zelfstandig en met 6 weken geslachtsrijp. Het is verstandig, om de jongen dieren er regelmatig uit te vangen, om inteelt en babymoord (als er veel mannetjes zijn) te voorkomen.
Literatuur
|
Deze site is voor het laatst bijgewerkt op 15-02-2009
© Mimosa muizen, de tekst en foto's op deze website mogen niet gebruikt worden zonder toestemming van de website eigenaar.