Het Bijbelse Scheppingsverhaal
Geschreven door Dan Reynolds, Ph D op maandag 3 november 2003
Vertaling Ir. A. Hekstra
Het Bijbelse verhaal staat in Genesis 1, en is in de NBV vertaling als volgt:
e schepping van hemel en aarde
Hoofdstuk 1:
1 In het begin schiep God de hemel en de aarde.
2 De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water.
3 God zei: ‘Er moet licht komen,’ en er was licht.
4 God zag dat het licht goed was, en hij scheidde het licht van de duisternis;
5 het licht noemde hij dag, de duisternis noemde hij nacht. Het werd avond en het werd morgen. De eerste dag.
6 God zei: ‘Er moet midden in het water een gewelf komen dat de watermassa’s van elkaar scheidt.’
7 En zo gebeurde het. God maakte het gewelf en scheidde het water onder het gewelf van het water erboven.
8 Hij noemde het gewelf hemel (een andere vertaling zegt: uitspansel, dat waarschijnlijk het oorspronkelijke aardoppervlak was). Het werd avond en het werd morgen. De tweede dag.
9 God zei: ‘Het water onder de hemel moet naar één plaats stromen, zodat er droog land verschijnt.’ En zo gebeurde het. 10 Het droge noemde hij aarde, het samengestroomde water noemde hij zee. En God zag dat het goed was.
11 God zei: ‘Overal op aarde moet jong groen ontkiemen: zaadvormende planten en allerlei bomen die vruchten dragen met zaad erin.’ En zo gebeurde het.
12 De aarde bracht jong groen voort: allerlei zaadvormende planten en allerlei bomen die vruchten droegen met zaad erin. En God zag dat het goed was.
13 Het werd avond en het werd morgen. De derde dag.
14 God zei: ‘Er moeten lichten aan het hemelgewelf komen om de dag te scheiden van de nacht. Ze moeten de seizoenen aangeven en de dagen en de jaren,
15 en ze moeten dienen als lampen aan het hemelgewelf, om licht te geven op de aarde.’ En zo gebeurde het.
16 God maakte de twee grote lichten, het grootste om over de dag te heersen, het kleinere om over de nacht te heersen, en ook de sterren.
17 Hij plaatste ze aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde,
18 om te heersen over de dag en de nacht en om het licht te scheiden van de duisternis. En God zag dat het goed was.
19 Het werd avond en het werd morgen. De vierde dag.
20 God zei: ‘Het water moet wemelen van levende wezens, en boven de aarde, langs het hemelgewelf, moeten vogels vliegen.’
21 En hij schiep de grote zeemonsters en alle soorten levende wezens waarvan het water wemelt en krioelt, en ook alles wat vleugels heeft. En God zag dat het goed was.
22 God zegende ze met de woorden: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk en vul het water van de zee. En ook de vogels moeten talrijk worden, overal op aarde.’
23 Het werd avond en het werd morgen. De vijfde dag.
24 God zei: ‘De aarde moet allerlei levende wezens voortbrengen: vee, kruipende dieren en wilde dieren.’ En zo gebeurde het.
25 God maakte alle soorten in het wild levende dieren, al het vee en alles wat op de aardbodem rond kruipt. En God zag dat het goed was.
26 God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rond kruipt.’
27 God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen.
28 Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rond kruipen.’
29 Ook zei God: ‘Hierbij geef ik jullie alle zaaddragende planten en alle vruchtbomen op de aarde; dat zal jullie voedsel zijn.
30 Aan de dieren die in het wild leven, aan de vogels van de hemel en aan de levende wezens die op de aarde rond kruipen, geef ik de groene planten tot voedsel.’ En zo gebeurde het.
31 God keek naar alles wat hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was. Het werd avond en het werd morgen. De zesde dag.
Hoofdstuk 2
1 Zo werden de hemel en de aarde in al hun rijkdom voltooid.
2 Op de zevende dag had God zijn werk voltooid, op die dag rustte hij van het werk dat hij gedaan had.
3 God zegende de zevende dag en verklaarde die heilig, want op die dag rustte hij van heel zijn scheppingswerk.
(Nadruk van het woord dag door vertaler)
Er zijn geen menselijke ooggetuigen van de schepping van het heelal, de Aarde en het leven. Om deze reden kan de mens op zich zelf dus nooit zeker zijn van wat er precies gebeurde. Maar er waren wel ooggetuigen. De Drie-enige God was erbij en vertelde ons Zijn waarnemingen via Mozes in de bijbel. God’s Woord is even waar als welk observeerbare wetenschappelijk feit dan ook. Daarom moeten wij zowel de bijbelse als de wetenschappelijke feiten beide beoordelen. Als wij nadenken over de oorsprong. Wetenschappelijke theorieën, zoals de macro-evolutie (dat is de theorie van Darwin, dat de ene soort in een andere kan overgaan of ‘evolueren’), die niet overeenstemmen met de duidelijke lessen uit de bijbel zijn fout per definitie; wetenschap is altijd ondergeschikt aan de Bijbel, niet andersom, noch moet zij gelijk gewicht gegeven worden. Bijvoorbeeld, als wetenschap en bijbel strijdig met elkaar lijken te zijn, moet de Bijbel het laatste woord hebben, omdat wel gebleken is dat uiteindelijk de wetenschap de Bijbel gelijk geeft.
Er zijn veel bijbelse redenen om de JAC positie te aanvaarden en de alternatieven te verwerpen, zoals bijvoorbeeld de theïstische evolutie, de gaten theorie, de dag-periode theorie, progressief creationisme, de kader hypothese, enzovoort.
De orde van sommige gebeurtenissen gedurende de scheppingsweek en in de standaard evolutie theorie wordt vergeleken in de volgende tabel. Het is duidelijk dat God niet schiep op de manier die ook maar enigszins leek op het traditionele denken van evolutionisten. Het is mogelijk dat God zo schiep, zodat er geen misverstand bestond over het waarheidskarakter van Genesis. Als men de scheppingsdagen vertaald als lange perioden, blijft niettemin het volgorde probleem bestaan. Bijvoorbeeld, hoe kun je het verlopen van miljoenen jaren tussen de schepping van planten (dag 3) en van de zon (dag 4) gebruiken om schepping en evolutie met elkaar in overeenstemming te brengen?
De betekenis van het woord ‘dag’ in Genesis1 is duidelijke een dag van 24 uur. Alhoewel het hebreeuwse woord yom in het hele boek Genesis vertaald wordt als dag, kan het ook een periode betekenen, maar dan wel een periode van een dag. Bijvoorbeeld, elke dag in Genesis 1, wordt beschreven als een periode die een morgen en een avond heeft. Als God het licht van het duister scheidt (Gen. 1:4-5), noemt Hij het licht ‘dag’ en de duisternis ‘nacht’. Wat zou de betekenis ervan kunnen zijn om een periode van miljarden jaren ‘licht’ of ‘dag’ te noemen?
De betekenis van ‘yom’ in Genesis 1 wordt ook duidelijk als je Exodus 20:8-11 leest:
Houd de sabbat in ere, het is een heilige dag. Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw vee, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen. Want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft, en op de zevende dag rustte hij. Daarom heeft de HEER de sabbat gezegend en heilig verklaard.
Iedere keer als het woord ‘dag’ gebruikt wordt in boven aangehaalde passage is in de oorspronkelijke tekst ‘yom’ gebruikt. In het eerste deel van de tekst bedoelt God duidelijke zes dagen van 24 uur, als Hij de mensen instrueert wanneer te werken en wanneer te rusten. God’s reden voor dit patroon is Zijn eigen activiteit gedurende de schepping’s week en ook, dat Hij de mens zo gemaakt heeft, dat hij een dag rust, ontspanning, nodig heeft. Deze parallel tussen de werk week van de mens en God’s scheppingsweek vindt men terug in Ex. 31:12-17.
De HEER zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen de Israëlieten: "Neem wel steeds mijn sabbat in acht, want elke generatie opnieuw is die dag voor mij en voor jullie een teken dat eraan herinnert dat ik, de HEER, jullie geheiligd heb. Neem de sabbat in acht, want het is voor jullie een heilige dag. Wie hem schendt, moet ter dood gebracht worden; ieder die dan werkt, moet uit de gemeenschap gestoten worden. Zes dagen mag je werken, maar de zevende dag is het sabbat, een dag van volstrekte rust, die aan de HEER gewijd is. Wie op sabbat werkt, moet ter dood gebracht worden." Generatie na generatie moeten de Israëlieten de sabbat in acht nemen en vieren. Voor mij en hen is die dag een teken van een eeuwigdurend verbond, want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zevende dag heeft hij gerust om op adem te komen.’
Ook de commentatoren van de Bijbel voor de 19de eeuw verstonden de dagen uit Genesis 1, als dagen van 24 uur. Slechts na de publicaties van Darwin, werd een andere betekenis aan het woord dag gegeven.
Vergelijking van Schepping en Evolutie.
Schepping |
Evolutie |
Aarde geschapen op dag 1 vóór de zon en de sterren (dag 4) (Gen 1:1,14-18) |
Aarde gevormd na de sterren |
Aarde oorspronkelijk bedekt met water (Gen 1:2) |
Geen oceanen voor 1st 0.8 giga-jaren |
Licht vóór de sterren (Gen 1:3, 14-18) |
Licht na de sterren |
Oceanen voor de atmosfeer (Gen 1:2, 6; dag 2) |
Atmosfeer voor de oceanen |
Planten geschapen (dag 3) voor de zon (dag 4) (Gen 1:11-18) |
Planten evolueerden later en na de zon |
Vissen, land dieren en vogels gelijktijdig geschapen op dag 5 (Gen 1:20-23) |
Vissen evolueerden voor de vogels; walvissen na de land dieren |
Landdieren en mensen gelijktijdig geschapen |
Landdieren evolueerden vóór de mensen |
Slechts twee mensen in het begin (Gen 2:21-24) |
Mensen evolueerden als een bevolking van individuen |
God schiep het heelal volledig in zes dagen (Gen 1:31) |
Evolutie van de kosmos uit de big bang over miljarden jaren |
Dood als gevolg van Adam's zonde (Gen 3:17-19, Rom 5:13-19) |
Dood altijd aanwezig, sleutel tot natuurlijke selectie de motor van de evolutie |
Dieren waren gras-eters tot na de zondeval (Gen 1:29-30) |
Vleeseters evolueerden op natuurlijke wijze |
Erfzonde ging over op alle nakomelingen van Adam (Rom 5:13-19) |
Adam was niet de eerste man omdat mensen evolueerden als bevolking van individuen |
God schiep al het leven in een oogwenk en volledig gevormd |
Leven ontstond over miljarden jaren door een wreed proces van "survival of the fittest" (overleving van de sterkste) |
De Bijbel vertelt ons dat de fysische en geestelijke dood van mensen pas in de wereld trad, na de zondeval van Adam.(1) Vanwege Adam’s zonde werd de grond vervloekt (Gen 3:17-18) en zouden misoogsten het gevolg zijn en trad onkruid in de akkers op. Eva zou weeën hebben bij de geboorte van kinderen (Gen 3:16). Adam zou hard moeten werken om voedsel te produceren (Gen 3:19), en uiteindelijk zouden Adam en Eva sterven (Gen 3:19) en was de hele schepping vervloekt (Rom 8:20-22) en als gevolg uiteindelijk vergaan (Heb 1:10-11). Alhoewel niet specifiek genoemd, vielen de dieren ook onder de vloek, hetgeen blijkt uit de volgende feiten:
Sommigen geloven – en dat wordt zelfs bij de predikanten opleidingen aan de VU en andere Universiteiten in Nederland onderwezen – dat de eerste paar hoofdstukken van de Bijbel geschreven zijn als poëzie of legende en daarom niet genomen moeten worden als letterlijke geschiedenis. Wanneer bijbelse schrijvers verwijzen naar het scheppingsverhaal, ontdekken wij dat het verhaal volkomen serieus wordt genomen. Bijvoorbeeld, een historisch en letterlijk begrip van Genesis zien wij in het schrijven van David (Ps 8:3; 33:6-9; 104:19; 148:3-5), Petrus (2 Pet 3:5), de schrijver van Hebreeën (Hebr 1:10), Paulus (I Cor 15:45-47), Johannes (Joh 1:1-3; Op 2:7, vergelijk met Gen 2:9), Matheus (Christus aanhalend in Mat 19:5), en Markus (Mark 10:7) om een paar te noemen. Als Adam niet de eerste mens was, die ons aller voorvader was, maar slechts een symbool van mensen die voor de verleiding vallen, dan zijn er wel enkele serieuze theologische gevolgen. Als mensen evolueerden, was dat als een groep individuen en dus was Adam niet de eerste mens maar slechts één van een groep. Dan zijn er dus mensen die niet vallen onder de erfzonden en voor wie Christus dus niet is gestorven, en dat idee is natuurlijk onzinnig en in strijd met het centrale thema van het bijbelse onderricht want er staat dat allen hebben gezondigd en tekort zijn gekomen (Rom 3:23, 5:12) en dat Adam de eerste mens was en de vader van ons allemaal.
We zien dus dat het scheppingsverhaal gezien moet worden als geschiedenis.
De wetenschappelijke feiten en algemeen aanvaarde natuurwetten komen overeen met het verhaal van de schepping uit Genesis. Wetenschap heeft geen antwoord op de vraag over het ontstaan van het eindige heelal. Er bestaat gewoon geen wetenschappelijk principe waarmee verklaard kan worden hoe iets uit niets is ontstaan. De Eerste Wet van de Thermodynamica staat dat niet toe. Maar wij weten uit de Bijbel dat God dat wel deed: Hij schiep (Hebreeuws bara) het heelal door Zijn woord uit niets (ex nihilo). Er is geen natuurlijke verklaring voor het feit dat de vier fundamentele krachten in de natuur (zwaartekracht, sterke kracht, zwakke kracht en elektromagnetisme) precies zijn wat zij moeten zijn voor de krappe toleranties voor het bestaan van het leven op Aarde. Noch is er enig bewijs voor dat kans en natuurlijke processen de complexe en specifieke informatie (CSI) kunnen creëren die men aantreft in levende wezens. De wet op het behoud van informatie beperkt het vormen van CSI tot intelligente wezens. Uitleg zoals het Anthropische principe, een evenwijdig heelal, kwantum schuim en een multi-heelal zijn òf geen uitleg of in hoge mate speculatief. Spontane generatie van leven en macro-evolutie zijn nooit waargenomen, ondanks het feit dat beide uitgeroepen zijn tot ‘feit’. Het heelal toont duidelijk ontwerp aan, waar wij ook kijken, en de onmacht van het naturalisme deze beide fenomenen te verklaren is overtuigend. Gedocumenteerde snelle geologische processen zoals de vorming van kloven, steenkool vorming, stalactiet en stalagmiet vorming, sedimentatie, versneld radioactief verval en andere, zijn in overeenstemming met recente schepping en met de Vloed catastrofe.
Conclusie
Wetenschap en Bijbel ondersteunen de letterlijke jonge Aarde schepping’s visie. God heeft één en ander zo opgezet dat wij in Hem moeten geloven; Hij heeft enkele dingen mysterieus en onbeantwoord gelaten (Pred 3:11, 8:17). Ons vertrouwen moet zijn in God’s woord door geloof (Hebr 11:1-3) en niet in de wijsheid en filosofieën van de wereld (Rom 1:19-25; Col 2:8; Ef 4:17-20; Spr 3:5-7; 26:12; 28:26; Psalm 14:1; 1 Cor 1:19-31).
(1) Het leven van planten wordt in de Bijbel als verschillend beschouwd van dat van dieren. Dit kan men zien in God’s verwerping van Kain’s offer (Gen 4:3,5) en in de eis van bloedvergieten om de zonden te vergeven (Mat 26:28; Hebr 9:22), het offerdier kwam in de plaats van het leven van de mens. Planten werden geschapen om tot voedsel te dienen voor de mensen en dieren (Gen 1:29,30) zo dat hun ‘dood’ altijd wel deel was van God’s oorspronkelijke bedoelingen voor Zijn schepping.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |